Geef gericht feedback met de 4 C’s
Misschien ken je het wel…ik had er als beginnend vakleerkracht in ieder geval ‘last’ van: overal en altijd feedback willen geven. Na iedere streksprong gaf ik een aanwijzing & bijna bij ieder set-shot een tip. Het gevolg? Leerlingen wisten niet meer waar ze nou precies op moesten letten.
Ik weet nog goed dat ik tijdens de didactieklessen op de HALO leerde dat het belangrijk was te werken met de 4 C’s; een ezelsbruggetje dat ik vanaf toen ben gaan gebruiken: Constateren, Corrigeren, Controleren en Complimenteren.
Constateren
Tijdens deze fase ‘zie’ je dat er iets verbeterd kan worden. Dat kan uiteraard op motorisch gebied zijn, maar ook op gedrag. Het kunnen constateren vraagt vanuit de docent een bepaald kennisniveau; om iets te kunnen zien dien je te weten waar je op moet gaat letten.
Een valkuil van stagiaires en soms docenten is dat zij graag de gehele beweging willen analyseren en corrigeren (aanwijzingen/feedback geven). Dit is niet alleen in de meeste gevallen moeilijk te zien, maar de kans is groot dat de leerling overladen wordt door feedback.
Focus je dus op het belangrijkste punt van de beweging en ga daar verder meer aan de slag.
Corrigeren
Feedback geven over bewegingen (dit kan natuurlijk ook t.a.v. gedrag) moet op een ondersteunde manier worden aangeboden. Een zelf-reflecterende manier is hierbij effectief.
Twee jaar geleden heb ik op een terugkomdag van de Fontys Sporthogeschool een workshop bijgewoond van Michiel Hermans die ging over Active Reviewing. Dit houdt in dat je door inzet van speelse en laagdrempelige vormen leerlingen zelf feedback leert geven t.a.v. hun eigen gedrag of presteren. Een aanrader voor docenten die meer willen weten over reflecterend sturen tijdens de gymlessen.
Tijdens de “constaterende fase” lette je op één onderdeel, en nu geef je ook enkel op dat onderdeel feedback (dan wel correctie als er aanpassing nodig is of een compliment als het goed gaat).
Bij een correctie is het soms nodig om het arrangement aan te passen, zodat de leerling ook door het arrangement wordt uitgedaagd zijn beweging aan te passen. Vooraf geef je aan bij de leerlingen waar je op gaat letten. Zo geef je bij springen over de kast aan dat je bijvoorbeeld gaat letten op het plaatsen van de handen en wat het ideaalplaatje hierbij is.
Controleren
Na het geven van corrigerende feedback is het belangrijk dat leerlingen iets doen met de door jou gegeven feedback. Controleer hier dus goed op.
Als je bij een leerling aangeeft dat hij de volgende keer zijn handen anders op de kast moet zetten, controleer je dit de volgende poging en geef je enkel hier weer feedback over. Een valkuil kan zijn dat je op zoek gaat naar een volgend onderdeel in de beweging dat ook gecorrigeerd moet worden. Voor de lesgever is de controlerende fase belangrijk om te bepalen of de doelstelling van de les is behaald.
Complimenteren
Over dit onderdeel wordt veel gesproken en geschreven. In mijn ogen staat het geven van een compliment voor afsluiting van een cyclus die vanaf het constateren is ingezet. Hoe bewuster de docent en de leerling de vorige 3 fases hebben doorlopen, hoe waardevoller het compliment. En niets is er natuurlijk zo mooi als de docent vraagt of je nog 1 keer aan de klas wil laten zien hoe goed je het kan. De complimenten die ik geef gaan vooral over het proces, zodat de leerling weet waar hij een compliment over krijgt.
Conclusie
Dit is niet de vijfde C, maar de conclusie van dit stuk ;). Door het inzetten van de 4 C’s in de les is het eenvoudiger om leerlingen en hun prestaties te volgen. Leerlingen weten wat er van hen wordt verwacht en krijgen specifieke feedback over eigen presteren.
Reacties