De slalom

Werk samen met jouw medeleerling om zo snel mogelijk de slalom af te leggen zonder te vallen.

Benodigd materiaal

  • 3x Tapijttegel
  • 3x Rollerboard
  • 3x Skateboard
  • 6x Springtouw
  • 9x Markeringdopje wit
  • 15x Markeringdopje geel
  • 8x Markeringdopje oranje
  • 8x Markeringdopje blauw

Er staan 3 banen dubbel uitgezet klaar en er werkt een groepje van ongeveer 6-12 leerlingen bij dit onderdeel:

  • Rechtdoor
  • De bocht
  • De slalom

Er kunnen verschillende materialen worden gebruikt:

  • Een tapijttegel
  • Een rollerboard
  • Een skateboard

1 leerling trekt de andere leerling vooruit met een springtouw. Ze proberen er samen voor te zorgen dat het einde wordt gehaald.

De leerlingen kunnen het zichzelf steeds moeilijker maken door:

  1. Zitten te glijden
  2. Op de knieën te glijden
  3. Staand te glijden

Ook kunnen zij de slalom in opbouw oefenen:

  1. De rechte baan
  2. De bocht (rechts en links oefenen)
  3. De slalom
  • Leun op jouw achterste been
  • Zorg dat je goed met gebogen knieën staat
  • Probeer 1 arm sturend voor je te houden
  • Degene die de ander voorttrekt moet heel voorzichtig zijn. Het is zijn/haar opdracht dat de overkant wordt gehaald.

Makkelijker

  • Zittend naar de overkant
  • Het rechte stuk naar de overkant

Moeilijker

  • Staand naar de overkant
  • De slalom naar de overkant
  • Een wedstrijd houden
  • Met of zonder halve draai tijdens de slalom

Reacties