IJshockey
Doel van het spel
Speel de bal in het doel van de tegenstander en zorg dat de tegenstander dit niet bij jou doet.
Situatieschets
Er zijn 2 teams met elk een eigen doel (van de muur af, zoals bij ijshockey).
Elke speler staat (op sokken) op 2 pittenzakken en heeft een hockeystick.
Omschrijving
Je schuift door de zaal op de pittenzakken.
Je speelt de bal over en zorgt voor een goede positie in het spel waarbij je aangespeeld kan worden en probeert te scoren in het doel.
Media
Belangrijkste regels
- Je moet op de pittenzakken blijven.
- Bij een doelpunt neem je in het midden uit.
Differentiatie
Makkelijker
- Je mag van elke plaats scoren.
- Meer ballen. (wordt het meer een schietspel)
- Van zowel voor als achterkant van het doel mag gescoord worden.
Moeilijker
- Je mag alleen van dichtbij scoren.
- De bal moet bij elke speler zijn geweest (of bijv. 5x samenspelen), voordat er gescoord mag worden.
Variaties
Op rolschaatsen, skates of met waveboarden.
Categorieën
Leerlijn
Speleigenschappen
Deel je foto's en video's
Heb je één van onze gymlessen gespeeld? Tag ons dan op Facebook of Insta: @gymspiratie.
Wil je je gymles ook op de site? Upload dan je foto hieronder:
Reacties